SultanSuleiman1Met de verovering van Constantinopel in 1453 en de val van het Oost-Romeinse of Byzantijnse rijk groeiden de Turken (Osmanen) uit tot een wereldmacht. Onder het bewind van sultan Suleyman I, 1520 -1566, tijdgenoot van de Habsburger keizer Karel V, was er een grote expansie naar het westen. Er kwam een einde aan het koninkrijk Hongarije in 1526 (slag van Mohacs) en zijn troepen belegerden Wenen voor het eerst in 1529. Door de winterkoude en de pest moesten de Turken het beleg opgeven. De ganse periode daarna was er strijd. Allerhande coalities werden gevormd om de Islamitische Turken aan te vallen en het christendom te vrijwaren. In 1683 was er het 2de Turkse beleg van Wenen, dat na maanden strijd op het nippertje kon ontzet worden onder leiding van de Poolse koning.

 

 

kasteelruinesdonau1De Ottomaanse opmars in Europa nam nu een kering. De bevolking daarentegen was niet anti-Turks. Ze hadden een zekeren autonomie gekregen in het regelen van het onderwijs, religieuze zaken, huisvesting. De boeren waren blij om 150 jaar onder Turks bewind te leven. De zware lasten van het vroegere feodale Hongaarse koninkrijk waren grotendeels weggevallen. Maar de Turken werden teruggedreven en de Oostenrijkers kwamen in hun plaats. Vanaf  1718 maakte de streek van Slatina-Timis deel uit van het Habsburgse rijk, evenals onze streek: de Zuidelijke Nederlanden. We bleven landgenoten tot 1794 en werden geregeerd door het keizerlijk hof vanuit Wenen. Slatina-Timis lag in het grensgebied en was tot 1788 regelmatig het toneel van veldslagen tijdens de Oostenrijks-Turkse oorlog, meer nog Slatina-Timis was een nest van partizanen tegen het Oostenrijks bewind. 

 

Samengevat uit "De geschiedenis van Slatina-Timis" door Gheorghe Zeicu, professor geschiedenis Slatina-Timis: De opstand van Slatina-Timis tegen de Oostenrijkers (1736 - 1739)

De woeste en weinig bevolkte Banat werd nu bevolkt door kolonisten, die de beste stukken grond kregen toegewezen. De feodale uitbuiting en hoge belastingen deden de onrust toenemen. Bovendien was er nog steeds oorlogsdreiging. De Turken waren nooit ver weg. Vooral de betere behandeling van de kolonisten ten opzichte van de oorspronkelijke bewoners deed de druk in de ketel stijgen. De misbruiken gepleegd door het Oostenrijkse leger, dat in de dorpen was ingekwartierd, waren zwaarder dan wat ze van de Turken moesten ondergaan. In 1737 waren er al verschillende schermutselingen van boeren tegen de Oostenrijkers. Deze aanvallen duurden de ganse winter (1737 - 1738) door. Er waren echte veldslagen in Lugoj, Caransebes en Slatina-Timis. Het Oostenrijks leger werd ingezet om de opstandelingen klein te krijgen. De boeren hadden zich ingegraven in de heuvels van Slatina-Timis, richting huidige Trei Ape. Op 23 januari 1739 vallen 400 cavaleristen en 700 infanteristen de verschanste boeren aan, die bloedig werden verslagen. Ook de burgemeester bleef in de strijd, Slatina-Timis werd platgebrand, de voedselvoorraden aangeslagen. Ook de dorpen in de omgeving (Golet, Petrosnita, Bolvasnita, Borlova) werden vernietigd. Een drama voor de overblijvende weduwen, ouderlingen en kinderen, dakloos en zonder voedingsmiddelen in de koude winter.jozefIIa

 

MariatheresiavanOostenrijkIIaMaria-Theresia stuurde haar zoon Jozef II naar de streek (3 maal) om een objectief verslag van de problemen. Er kwamen heel wat misbruiken en pesterijen van de Oostenrijkse administratie aan het licht. Maar een echte oplossing kwam er niet, zelfs niet toen Jozef II keizer werd.

 

 

 

 

 

Slatina-Timis bleef een revolutie-nest de volgende periode. In de kroniek van de Rooms-katholieke parochie schrijft Joseph Nowak, pastoor:

Wegens het hardvochtige bewind hebben vele mannen zich teruggetrokken in het bos. Ze voeren af en toe aanvallen uit op de Oostenrijkse overheersers. Hun kapitein was Petru Balan, broer van de toenmalige burgemeester, die volgelingen had in Golet en in Slatina-Timis. De Oostenrijkse prefect Megyeri, die in Slatina-Timis woonde, verzon een list om de bende te grijpen. Maria-Theresia zou hen vergeven als ze op 20 november 1770 de kerkdienst bijwoonden. Ze trapten in de val en werden vermoord. Petru Balan werd door zijn broer de burgemeester terechtgesteld. Twee konden er ontsnappen, de bossen in. Een jaar later op 1 november 1771 kwamen ze terug met 50 medestrijders. Ze omsingelden de kazerne en staken het huis van de prefect Megyeri in brand. De prefect, zijn vrouw en kinderen kwamen hierbij om.