Dat de streek zich kenmerkt door haar multi-ethnisch karakter was ons bij het eerste contact reeds opgevallen. De familie Supp, uit het centrum van Slatina-Timis, behoorde tot de Zwabische Duitse inwijkelingen. De familie Milotta waren Duits Bohemen en woonde in het Duitstalig gehucht Alt Sadowa of Sadova Veche.

De Zwaben:

De Banat was zeer dun bevolkt met Roemenen en Serviêrs toen het in 1716 door de Habsburgers op de Turken werd veroverd. Maria-Theresia startte een kolonisatieprogramma, met als doel de verdediging van het grensgebied, de ontginning van gronden en wouden en het verbreiden van het Rooms-katholieke geloof. Uit verscheidene streken van Duitsland, maar ook uit Luxemburg kwamen de landverhuizers met paard en kar in Ulm aan de Donau bij elkaar. In Ulm, een stadje in de landstreek Zwaben, Zuid-West Duitsland, werd de Donau namelijk bevaarbaar  en gingen ze aan boord van roeischepen en vlotten om de Donau af te varen tot in de Banat. Vanwege het vertrekpunt werden deze kolonisten Zwaben genoemd. De tocht duurde verschillende weken en de mensen uit het bergachtige Zuid-Duitsland stonden doodsangsten uit aan boord.

schwabenschachtel2

 schwabenmonument1

 

 

 

 

 

 

 

 

De 15.000 eerste kolonisten kwamen om door Turkse invallen en builenpest. De tweede golf van 75.000 kolonisten werden gedecimeerd door moeraskoorts, cholera en dysenterie. De derde golf van 60.000 kolonisten maakte vorderingen en maakte van de Banat de graanschuur van Europa. De spreuk:"Die Ersten fanden den Tod, die Zweiten lebten in grosser Not und erst die Dritten hatten Brot." laat niets aan de verbeelding over.  De meesten waren van boerenkomaf, tweede of derde zonen van een boerengezin, die zonder eigendom geen kansen hadden in het thuisland. Zij kregen van Maria-Theresia financiële steun en belastingsvrijstellingen maar moesten ook het grondgebied verdedigen bij Turkse invallen. Vele honderdduizenden Duitsers vonden in de Banat gedurende drie eeuwen een woonplaats.

In Timisoara woonden in de 19de eeuw een meerderheid Duitstaligen. Behalve Johny Weissmuller (Tarzan) heeft ook Hertha Muller (Nobelprijs voor Literatuur 2009) Zwabische roots. 

 

Bergland Duitsers

De Oostenrijkers was de rijkdom aan delfstoffen: edelmetalen, ijzer- en kopererts, in de bergen van de Banat, niet ontgaan. Men startte reeds in 1703, voor de Turken verdreven waren, met kolonisten, die ook ervaring hadden met mijnbouw, naar de bergen te sturen. De meesten kwamen uit alle streken van Oostenrijk, maat ook uit Bayern, Wurttemberg en Baden.  Er werden veel nieuwe dorpen gesticht in moeilijke omstandigheden  die door een nieuwe inval van de Turken in 1737 - 1739 werden verwoest. De Habsburgers richtten nu de "Militar Grenze" op, een buffergebied tussen het Habsburgse en het Ottomaanse rijk, met tal van versterkingen vanaf Caransebes tot aan de Donau in Orsova en Pancevo. De kazerne in Caransebes kan bezocht worden. De binnenkoer is zeer mooi. Het gebouw herbergt een ethnisch museum.

bergduitsersmilitargrenze2

De bevolking werd strikt gecontroleerd en de burgers moesten een paspoort aanvragen als ze zich buiten hun dorp wilden begeven. Kolonisten kregen vele voordelen: eigen grond, belastingsvrijstelling en godsdienstvrijheid maar waren levenslang dienstplichtig. Deze bufferzone heeft tot 1872 bestaan en Slatina-Timis lag er middenin. Er werden soldaten in de dorpen gelegerd en er waren veel pesterijen vanwege de administratie en legerleiding zowel met de kolonisten als met de autochtone Slatinezen.

Bergduitserskazernecaransebes1berglanderruines1

 

 

 

 

 

 

 

 

Men voerde nu ook mijnwerkers uit Steiermark en Oberosterreich in. Er werden hoogovens gebouwd in Bocsa, Resita, Sasca, Otelu Rosu en ook stuwdammen en elektriciteitscentrales vanaf 1907. In 1790 werden de steenkoollagen van Steierdorf (Anina) ontdekt. De Banat werd een centrum van zware industrie, waar nu in vele gevallen enkel ruïnes getuigen van dit industrieel verleden.

 

Boheemse dorpen in de Banat

In het begin van de 19de eeuw viel de glasindustrie in Bohemen stil. Talrijke glasblazers, houtskoolbranders,en houthakkers verloren hun job. De commandant van de Oostenrijkse "Militar Grenze" zag toen zijn kans om de verdediging van die streek verder te verstevigen. In 1827 werden de volksverhuizers uit Bohemen, een Duitstalig gebied in het huidige Tsjechië, meerbepaald uit Klattau (Klatovy) en Pilzen en omgeving naar de Banat gebracht. Deze kolonisten werden door de Roemenen "Pemi" genoemd. De eerste groep van 56 families gingen in Wenen de boot op en werden via de Donau tot in de omgeving van Moldova Noua gevaren. Daarna ging het met ossenkarren naar de Timis-vallei. Ze overwinterden in Slatina-Timis in barakken op de plaats waar nu Sadova Veche is.

bohemenweidenthal1bohemenweidenthaltekst1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de lente van 1828 was er een veel groter transport: 506 gezinnen. Ze trokken  de bergen in richting Semenic. Hetzelfde jaar werden vier dorpen gesticht in de onherbergzame bergen: Weidenthal (Brebu Nou): 126 gezinnen, Wolfswieze : 99 gezinnen, Wolfsberg (Garana): 98 gezinnen en Lindenfeld: 36 gezinnen. Ze kregen de gronden gratis, kregen belastingsvermindering en nog extra leningen als extra voordelen. De leningen moesten ze achteraf wel terugbetalen. Ze kwamen terecht in een zeer woeste streek en moesten het oerwoud rooien, hout zagen om woningen te bouwen. Toen de grond achteraf weinig vruchtbaar bleek en de sterftes zeer hoog, kregen ze in 1833 toestemming om hun dorpen te verlaten en zich te vestigen in de valleien of vlaktes van de Banat. Toen werd ook Alt Sadowa gesticht met 45 families.

bohemenjosephinakaart

 

Het dorp Sadova (Sadova Noua) bestond sinds 1467 en lag op 437m tegen de bergflank op de huidige plaats. Op de oude Josephinakaart, 1769, is er geen dorp te zien op de plaats van het huidige Sadova Veche. Toch waren er Roemenen vanuit het bergdorp Sadova (Noua) naar de vallei afgezakt en waren in de winterkwartieren ingetrokken. Zij werden verplicht naar hun oude huizen in Sadova Noua  terug te keren. 45 Boheems-Duitse families settelden zich in Alt Sadowa (Sadova-Veche).

Het deed velen pijn dat de ontginning in de bergen op niets was uitgelopen, het leven in de valleien had ook vele beperkingen. Een jaar later, 1834, trokken 117 gezinnen terug de bergen in naar de door hun verlaten dorpen, die intussen grotendeels waren leeggeroofd: Garana: 53 gezinnen, Brebu Nou: 46 gezinnen en Lindenfeld: 18 gezinnen. In Wiesefeld gelegen op het hoogste punt, zonder waterbronnen, ging niemand meer wonen. Het leven was er bikkelhard en de opbrengst gering maar ditmaal slaagde men erin een leefbare gemeenschap uit te bouwen.  De bewoners kregen in 1864, na 30 jaar, kwijtschelding van hun schulden van Keizer Franz Joseph I.

In 1872 werden de militaire versterkingen afgebouwd en kwam de streek onder Hongarije.

Na de 1ste wereldoorlog kwam de Banat onder Roemenië. Hoge belastingen  gaven de boerenstiel weinig toekomst. De jeugd zocht werk in Timisoare of Resita. Bij de revolutie in 1989 verlieten de bewoners massaal hun dorpen en vestigden zich in Duitsland. Slechts enkele bleven. In 1910 woonden er 580 Duitsers in Alt Sadowa, in 1977 nog 522. In 2002 waren er nog slechts 301 inwoners, maar nu bijna allemaal Roemenen.

Lindenfeld19653De dorpen in de bergen Weidenthal (Brebu Nou) en Wolfsberg (Garana) werden vakantiedorpen voor de rijken uit Resita en Timisoara.

Lindenfeld is verlaten en is een spookdorp in de Banat.

lindenfeld01